Na anderhalf jaar neemt Joop oude Lohuis afscheid als directeur van het Publiek Ontwikkelbedrijf REKS. Een mooi moment om terug te blikken op de afgelopen 18 maanden en vooruit te kijken naar de toekomst van het ontwikkelbedrijf.
Joop, na anderhalf jaar neem je afscheid als directeur van het Publiek Ontwikkelbedrijf. Hoe heb je deze periode ervaren?
Joop: “Het was vanaf het begin een avontuur en dat blijft het. Het Publiek Ontwikkelbedrijf REKS is nog steeds een unieke onderneming in Nederland. Gemeenten die samen investeren en een deel van hun mandaat overdragen aan een onafhankelijke organisatie, dat zie je wat betreft energie nu nog nergens anders. Ik waardeer ook de bereidheid van alle partijen om te leren en bij te sturen als een route of aanpak dood loopt. Die flexibiliteit was ook wel nodig, omdat de speelruimte voor opweklokaties onder druk staat door onder andere beperkingen vanuit luchtvaart en defensie, netcongestie en striktere regels voor windenergie. Gelukkig houdt mijn team ook van uitdagingen.”
Hoe heeft het Publiek Ontwikkelbedrijf REKS zich de afgelopen tijd ontwikkeld?
“Ik begon met een leeg bedrijf, er waren alleen een oprichtingsakte, financiele toezeggingen en een opdracht. Als new kid on the block hebben we onze rol en positie moeten bepalen: waar zijn we van, waar zijn we goed in en hoe verhouden we ons tot andere partijen? Inmiddels hebben we ontdekt dat onze grootste meerwaarde ligt bij ontwikkeling van wind- en zonlocaties en minder bij de totstandkoming van gebiedsvisies. Daarmee hebben we ook helder gekregen wat onze positie is ten opzichte van gemeenten en hoe we de samenwerking met lokale energiecoöperaties en projectontwikkelaars in kunnen richten.”
Wat voor bedrijf draag je over aan je opvolger?
“Ik draag een bedrijf over dat uit de steigers is, met een goed gefundeerd vertrekpunt. Het team is ingewerkt en op sterkte, er is een gedetailleerd inzicht in de mogelijkheden voor duurzame energieprojecten in de regio, en we hebben een beter zicht op regels, beperkingen en rendabele businesscases. Daarnaast is de samenwerking met partners, zoals grondeigenaren en ontwikkelaars, goed op gang gekomen. Nu moet het bedrijf zijn toegevoegde waarde gaan bewijzen en ik verwacht wel dat komend jaar duidelijk wordt waar wind- en zonneparken kunnen gaan landen.”
Vind je het lastig om nu afscheid te nemen, juist nu projecten concreet beginnen te worden?
“Absoluut. Het is nooit leuk om weg te gaan voordat je de vruchten kunt zien van wat we hebben opgebouwd. Ik hoopte dat we na het investeren eerder hadden kunnen oogsten, maar, zoals wel vaker het geval, is werken aan duurzaamheid een proces van lange adem. Deze regio heeft een kleinschalig landschap met veel dorpen en steden, natuurgebieden, wegen en vliegvelden. Er is geen leeg gebied waar je zomaar kunt gaan bouwen. Deze omgeving vraagt om een zorgvuldig inpassingsproces. Ik hoop daar wel een kickstart aan te hebben gegeven, omdat we nog niet op de helft zijn van de weg naar een duurzame energievoorziening.”
Maakt dat niet dat het allemaal érg lang duurt?
“Ja, het duurt lang, maar het is een proces met een eigen tempo en de impact is groot en voor een lange tijd bepalend voor een landschap of gebied. Of het nu gaat om gemeenten, ontwikkelaars of andere partijen, samenwerken en keuzes maken kost tijd.
Wat wil je jouw opvolger meegeven?
“De doelstellingen en opdracht voor het Publiek Ontwikkelbedrijf REKS zijn heel concreet. Het fundament ligt, en nu komt het aan op goed uitvoeren. Mijn advies is om daarbij met lef de van nature ingewikkelde, politieke en maatschappelijke processen te versnellen en de speelruimte die zich aandient te benutten. Dat vraagt om focus en goed samenwerken met alle betrokkenen. Daar hebben we veel in geïnvesteerd het afgelopen anderhalf jaar.”
Waar hoop je dat de regio over tien jaar staat op het gebied van duurzame energie?
“Ik hoop dat er dan op 4 of 5 locaties windturbines staan die zijn ingepast in het landschap en voorzien in de regionale elektriciteitsvraag. Windenergie gecombineerd met zonnepanelen is cruciaal voor betaalbare en betrouwbare stroom op lange termijn. Ik gun Brabant een toekomst waarin een duurzame, eigen energievoorziening een vanzelfsprekend onderdeel is van de regio. Het proces daarnaartoe is complex en kost nu tijd en geld, maar het is absoluut de moeite waard en een logische maatschappelijke investering.”
Tot slot, wat ga je zelf nu doen?
“Eerst ga ik twee maanden op reis en daarna blijf ik betrokken bij energievraagstukken in deze regio, maar wel minder intensief. Ik wist dat mijn rol interim was. Het is een bewuste keuze om nu het stokje over te dragen, zodat iemand anders verder kan bouwen op wat er staat. Ik ga het missen, maar ik weet ook dat ik niet gelukkiger word als ik langer blijf, dus het is goed zo. Ik hoop vooral dat mijn opvolger net zo veel plezier beleeft aan het avontuur als ik.”
Interview: Michael Doove
