De samenwerking tussen het Publiek Ontwikkelbedrijf REKS en de lokale energiecoöperaties (LEC’s) krijgt steeds meer vorm. Beide partijen streven naar duurzame energieprojecten die niet alleen economisch haalbaar zijn, maar ook draagvlak hebben onder de lokale bevolking. Dat maakt samenwerking logisch volgens Joop oude Lohuis, directeur van het Publiek Ontwikkelbedrijf REKS.
Lokale wortels en lokaal eigendom
Het Publiek Ontwikkelbedrijf REKS is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van energieprojecten, zoals wind- en zonneparken, en lokale energiecoöperaties ontwikkelen zich steeds meer als belangrijke partners vanwege hun directe band met de gemeenschap. Joop: “De energiecoöperaties hebben zicht op wat er lokaal speelt. Ze kennen de mensen en weten waar draagvlak is voor projecten.”
Een tweede reden voor samenwerking is het uitgangspunt dat straks in de exploitatiefase ten minste 50% van de eigendom van energieprojecten in lokaal bezit moet zijn. Dat is afgesproken door de aandeelhoudende gemeenten in de regio. Lokaal eigendom biedt kansen voor omwonenden en lokale bedrijven om direct te profiteren van de energietransitie. De energiecoöperaties kunnen daarbij een belangrijke schakel zijn.
Een nieuwe rol
De gemeenten in Hart van Brabant en de lokale energiecoöperaties werken al langer samen, maar met de komst van het Publiek Ontwikkelbedrijf REKS heeft volgens Joop een nieuwe partij het speelveld betreden. “We nemen als ontwikkelbedrijf nadrukkelijk niet de rol van de gemeente over, maar vormen een extra partner binnen de energietransitie. In het begin was het zoeken naar onze rol als nieuwe partij binnen een bestaande samenwerking. Inmiddels zijn de verhoudingen uitgekristalliseerd, waarbij wij de ondernemende partij zijn die verantwoordelijk is voor het initiëren en ontwikkelen van projecten.”
Wat de samenwerking met de energiecoöperaties volgens Joop prettig maakt, is de open houding van beide partijen. “Vanaf het begin was er de intentie om samen op te trekken in elk nieuw project. Dat zorgt ervoor dat de projecten straks niet alleen financieel rendabel zijn, maar ook dat de lokale gemeenschap vanaf het begin betrokken is en zich eigenaar voelt van de plannen. Dit voorkomt onnodige weerstand uit de omgeving en vergroot de kans op succes.”
De energiecoöperaties hebben zich regionaal georganiseerd, maar de focus van de samenwerking blijft altijd lokaal. Joop: “We maken per project afspraken met de lokale energiecoöperatie in dat specifieke gebied, omdat de projecten ook lokaal van aard zijn. Iemand uit bijvoorbeeld Goirle wil betrokken zijn bij een project in zijn eigen omgeving, en niet in een ander dorp.”
Toekomst van de samenwerking
Hoewel de samenwerking nu steeds meer vorm krijgt, blijft er volgens Joop ruimte voor verdere ontwikkeling. Het Publiek Ontwikkelbedrijf REKS is als uniek experiment in Nederland voortdurend zijn positie aan het bepalen tussen overheid en markt in. De samenwerking met lokale energiecoöperaties is volgens hem ook ‘een avontuur’ waarbij beide partijen al doende leren. Joop: “We hebben geen vastomlijnd einddoel voor onze rollen en samenwerking, en veel hangt af van hoe de projecten zich in de toekomst ontwikkelen. Als het maar helpt om zo snel mogelijk de kansen te benutten voor duurzame energie-opwek in de eigen regio.”