In januari 2025 is Magdeleen Sturm gestart als directeur bij het Publiek Ontwikkelbedrijf REKS. We spraken haar om kennis te maken en waren benieuwd naar haar eerste ervaringen en ambities.
Welkom bij het Publiek Ontwikkelbedrijf REKS (POB REKS), Magdeleen. Je bent inmiddels anderhalve maand bij ons aan het werk als directeur. Wat is je eerste indruk?
Magdeleen: “Mijn eerste indruk is positief. Zowel het team als de bestuurlijke omgeving zijn gemotiveerd en gefocust op het realiseren van kansen voor duurzame energieprojecten. Er is een sterke wil om samen te werken en om concrete stappen te zetten, en de collega’s hebben de kwaliteit om dat te doen. Ik heb inmiddels ook met alle aandeelhouders kennisgemaakt, dus de acht gemeenten en het Energiefonds Brabant, en ook bij hen zie ik een sterke drive om resultaten te boeken. Tegelijkertijd realiseer ik me dat het bedrijf zich nu in een overgangsfase bevindt: van pionieren naar structureel organiseren. Dat vraagt om duidelijke verhoudingen tussen de betrokken partijen en een heldere koers.”
Wat is volgens jou de rol van het POB REKS?
“Het POB REKS is een ontwikkelbedrijf, opgericht om duurzame energieprojecten te realiseren en lokaal eigendom te borgen. Toen de gemeenten en provincie begonnen met een publiek ontwikkelbedrijf, was dat een unieke stap in Nederland – en nog steeds. In heel Nederland wordt hier met veel interesse naar gekeken, omdat het een nieuwe manier is om het lokaal eigendom te organiseren en te zorgen dat het rendement ten gunste komt van klimaatdoelen in de hele regio. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de planvorming. Onze taak is om uit te voeren: wind- en zonne-energieprojecten ontwikkelen en daarna overdragen, al kan POB REKS ook zelf exploiteren. Daarbij moeten we laten zien dat het POB REKS echt waarde toevoegt, door snelheid en deskundigheid. Er is al veel voorbereid, en nu is het zaak om dat te verzilveren op de plekken waar ruimte is.”
Je noemde net de overgang van pioniersfase naar een structurele fase. Wat betekent dat?
“Elk bedrijf doorloopt verschillende groeifases, en daarbij kom je steeds nieuwe uitdagingen tegen. In de pioniersfase probeer je dingen en ontdek je wat wel en niet werkt. In die fase ben je vooral bezig met positionering en je bestaansrecht bewijzen. Mijn voorganger, Joop oude Lohuis, heeft veel in de steigers gezet. Nu is het aan mij om op die steigers te beklimmen en het bedrijf verder vorm te geven. In deze fase moet je keuzes maken en structuren neerzetten die het bedrijf verder brengen. Zo wordt ook duidelijker hoe we ons verhouden tot onze aandeelhouders en welke rol we hebben. Dat leidt er soms toe dat we andere, nieuwe afspraken maken.”
Welke uitdagingen zie je op dit moment voor het Publiek Ontwikkelbedrijf REKS?
“Dit jaar moet er een ‘onomkeerbare ontwikkeling’ plaatsvinden. Dat betekent dat we echt zichtbare resultaten moeten laten zien, ook al zal er eind dit jaar nog geen windmolen staan. Dat duurt vaak wel zes tot acht jaar. Een voorbeeld is het project in De Baars, waarvoor we momenteel wachten op een reactie van Defensie over de mogelijkheden om daar windmolens te plaatsen. Ook het hele publieke planproces vraagt nog zorgvuldige stappen. Tegelijkertijd gaan we wel aan de slag om de participatie van omwonenden mogelijk te maken, bijvoorbeeld met een informatiemarkt voor de omgeving. Ook in Heusden zijn er kansen, en daarom voeren we daar nu gesprekken met grondeigenaren. Daarnaast is het cruciaal dat we de aandeelhouders goed blijven betrekken en dat we duidelijk maken welke rol het bedrijf speelt in de Regionale Energie- en Klimaatstrategie in Hart van Brabant.”
Even terug naar jou: wat is je achtergrond en waarom heb je voor deze functie gekozen?
“Ik heb een lange carrière als organisatieadviseur en was tien jaar directeur van een adviesbureau dat zich onder andere richt op ruimtelijke ontwikkeling. Dat bureau is onder mijn leiding sterk gegroeid en verder geprofessionaliseerd. Ik heb veel ervaring met complexe samenwerkingen tussen publieke en private partijen, ook in mijn vorige rol als directeur van een interbestuurlijk programma. Ik ben ook een aantal malen kwartiermaker geweest om een nieuwe organisatie op te zetten. Wat mij aantrok in deze functie van directeur, is de combinatie van strategische visie en concrete uitvoering. Ik ben enthousiast over het idee achter het ontwikkelbedrijf, om als onderneming te werken aan publieke doelen, daarom ben ik erin gestapt. Dit is geen tijdelijke opdracht, maar een baan waarin ik me volledig inzet om van het POB REKS een succes te maken.”
Je werkt nu in Brabant, merk je verschillen met andere regio’s?
“Het grote verschil is natuurlijk dat de gemeenten en provincie hier gezamenlijk niet alleen plannen maken, maar via het POB REKS ook in de uitvoering gezamenlijk optrekken. Wat mij verder opvalt, is dat er hier veel geduld is en een grote bereidheid om mensen ruimte te geven. Dat heeft voordelen, maar soms is er ook behoefte aan duidelijkheid en voortgang. In mijn rol is het belangrijk om knopen door te hakken en processen te versnellen waar dat nodig is. Tegelijkertijd zie ik veel ambitie bij de bestuurders, wat erg motiverend werkt.”
Participatie is een belangrijk thema binnen het Publiek Ontwikkelbedrijf REKS. Wat is jouw visie hierop?
“Participatie gaat veel verder dan financiële bijdragen of inspraak. Het gaat om rechtvaardigheid, en die komt tot uiting in distributierechtvaardigheid (een eerlijke verdeling van opbrengsten en lasten), procedurele rechtvaardigheid (betrokkenen moeten hun stem kunnen laten horen en moeten met respect worden behandeld) en erkenningsrechtvaardigheid (waarden en perspectieven van omwonenden moeten serieus worden genomen). Dit betekent dat we niet alleen kijken naar wie er financieel meeprofiteert, maar ook naar hoe we iedereen een stem geven in het proces, hoe de ontwikkeling een gebiedseigen proces kan zijn. Dat is een belangrijke pijler van het POB REKS.”
Als ik je over twee jaar weer spreek, hoe blikken we dan terug op die periode?
“De komende jaren zijn cruciaal. Over twee jaar hoop ik dat we kunnen laten zien dat het POB REKS daadwerkelijk bijdraagt aan de realisatie van de regionale duurzaamheidsambities. Dat betekent dat er zicht moet zijn op concrete wind- en zonneparken. Mocht blijken dat dit niet haalbaar is, dan moeten we dit najaar een knoop doorhakken over de toekomst van het ontwikkelbedrijf. Maar ik ben optimistisch: als je me over twee jaar opnieuw spreekt, dan weten we dat het Publiek Ontwikkelbedrijf REKS een succes is.”
Interview: Michael Doove